Onvoldoende zuurstofopname (cyanose, onrust en tremoren, later euforie, epileptische insulten en coma) en kooldioxideafgifte (chemosis, hoofdpijn, tachycardie, hypertensie, transpiratie, later sufheid en coma). Door reflexvernauwing van de longarteriolen met pulmonale hypertensie kan rechtszijdig decompensatio cordis ontstaan.